Kaderrichtlijn Water (KRW)
HomepageVanuit de Europese Kaderrichtlijn Water is Nederland verplicht om (grond)water dat bestemd is voor drinkwaterproductie zodanig te beschermen dat de kwaliteit ervan niet achteruitgaat, én te streven naar een afnemende zuiveringsinspanning.
In de meest recente KRW beoordeling voldoen grondwater en drinkwaterwinningen in Drenthe aan alle KRW eisen. WMD ziet bij de drinkwaterwinningen een andere ontwikkeling.
Vervuilende stoffen
In Drenthe worden in 10 van de 16 waterwinningen stoffen gevonden die het water vervuilen en waarbij drinkwaternormen worden overschreden. Verontreinigingen afkomstig uit de landbouw, industrie en huishoudens zorgen ervoor dat de kwaliteit van drinkwaterbronnen achteruit gaat.
In Noordbargeres is de grondwaterkwaliteit de afgelopen jaren zo verslechterd dat het noodzakelijk werd om het water extra te zuiveren.
Dit laat zien dat het bereiken van de KRW-doelen voor drinkwater in 2027 niet gehaald gaan worden.
KRW-doelen
De Europese Kaderrichtlijn Water schrijft voor dat uiterlijk in 2027 de kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater op orde moet zijn. De KRW-doelen voor grondwater zijn (Bron: Grondwaterrichtlijn):
- Het bereiken van een goede chemische en goede kwantitatieve toestand van grondwaterlichamen;
- Het voorkomen van achteruitgang van de toestand;
- Het ombuigen van significante en aanhoudend stijgende trends;
- Het voorkomen en beperken van de inbreng van verontreinigende stoffen naar het grondwater.
De KRW kent specifiek doelen gericht op water dat bestemd is voor de bereiding van water voor menselijke consumptie vanuit oppervlakte- en grondwater (artikel 7.3):
- Het voorkomen van achteruitgang van de kwaliteit van elk oppervlakte- en grondwaterlichaam waarin een waterwinlocatie gelegen is, waarbij het risico bestaat dat het niveau van zuivering moet worden verhoogd.
- Het streven naar verbeteren van de kwaliteit van elk oppervlakte- en grondwaterlichaam waarin een waterwinlocatie gelegen is, om de zuiveringsinspanning te verminderen.
In het kader Verschillen beoordelingsmethodiek staan de voornaamste redenen opgenomen waardoor WMD tot de conclusie komt dat de KRW-doelen voor grondwater niet worden gehaald.
Waarom ziet WMD een andere ontwikkeling?
1. De KRW beoordeelt een drinkwaterwinning op basis van het gemengde water van de gezamenlijke pompputten, het ruwwater. WMD kijkt bij het beoordelen naar de individuele pompputten. Dit zorgt ervoor dat WMD verontreinigingen eerder opmerkt. Bij ernstig verontreinigde pompputten neemt WMD maatregelen zodat de verontreiniging niet in het ruwwater terechtkomt. Deze verontreiniging wordt dan niet meegenomen in de KRW beoordeling.
2. De KRW toetst op een beperkt pakket aan stoffen. In de drinkwaterbronnen worden stoffen als nitraat, resten van bestrijdingsmiddelen, stoffen van huishoudelijke of industriële oorsprong en PFAS aangetroffen. Stoffen waar de KRW niet naar kijkt, maar die wel genormeerd zijn vanuit de Drinkwaterwet en dus de zuiveringsinspanning verhogen.
3. De KRW laat de aanpassingen in de zuivering en stijgende trends in stoffen die al boven de norm werden aangetroffen buiten beschouwing.
KRW in cijfers
De Nitraatrichtlijn heeft tot doel om verontreiniging van grond- en oppervlaktewater met nitraat uit agrarische bronnen te verminderen. Dit is een continue verplichting, de richtlijn heeft geen einddatum. De maatregelen om dit te bereiken zijn verplicht volgens artikel 11 KRW. Voor nitraat in grondwater geldt de norm van 50 mg/liter als bovengrens.
Een goede chemische toestand is (1):
Europese drempelwaarden:
- nitraat ≤ 50 mg/l
- bestrijdingsmiddelen ≤ 0.1 µg/l per stof en ≤ 0,5 µg/l voor de totale concentratie
Nederlandse drempelwaarden (2: Grondwaterlichamen Rij-Oost, Ambtelijke technisch achtergronddocument 2020 ) (voor het gebied van de WMD winningen):
- Chloride 160 mg/l
- Nikkel 20 µg/l
- Arseen 13,2 µg/l
- Cadmium 0,35 µg/l
- Lood 7,4 µg/l
- Fosfaat-totaal 2 mg/l
Een goede kwantitatieve toestand is (3):
- Een evenwicht in onttrekking en aanvulling op basis van een waterbalans, inclusief trends in de grondwaterstanden
- Het niet vóórkomen van intrusies van zout water (verschuiving van het zoet-zout grensvlak).